De Scheldevliegers
Januari 2000.
50 jaar p.v. "De Scheldevliegers"
Van de eerste 10 jaar uit het bestaan van onze vereniging is mij helaas weinig bekend. Er zijn geen notulen. De eerste notulen van een ledenvergadering dateren van een ledenvergadering op 9 februari 1960. Het eerste levensteken van de vereniging komt uit de notulen van een ledenvergadering van de toenmalige afdeling Zeeland van de Nederlandse bond van zaterdagvliegers. Op 28 januari 1950 was een afvaardiging van de Scheldevliegers aanwezig op deze vergadering. De eerste voorzitter was ene heer D. de Voogd. Andere leden van het eerste uur waren onder andere Coen Hendriks, Cees Berting en Andries Steketee.
Ingekorfd werd er onder andere in de Hobeinsteeg (bij Van Gorp?), in de Koudenhoek en ergens onder aan de Boulevard. Of deze volgorde juist is is mij niet bekend. Dat ze in die tijd met weinig genoegen namen moge blijken uit het feit dat de duiven werden ingekorfd bij een uitvaartverzorger, ene Rietbergen tussen de doodskisten.
Op 28 januari 1961 werd Coen Hendriks tot voorzitter gekozen, Deze bleef voorzitter tot 3 februari 1967. Hij werd opgevolgd door Hans Izeboud. Op 9 november 1969 werd Cees Baijens voorzitter. Deze bleef in deze functie tot 25 november 1975 en werd opgevolgd door Piet Alebregtse, die deze functie vervulde tot zijn verhuizing naar Den Haag op 6 november 1987. Van 1988 tot heden werd de voorzittershamer achtereenvolgens gehanteerd door Frans Borremans, Ton Wesseling, Piet Geijs en de laatste en huidige voorzitter is op dit moment John Pals.
In 1960 was de heer A. Beekman secretaris. Of deze heer Beekman vanaf de oprichting secretaris was is mij niet bekend. Hij werd in1962 opgevolgd door Jo Rijkse. Deze vervulde deze functie tot 1971. Het secretariaat werd overgenomen door Ko Dommisse die op 23 januari 1974 werd opgevolgd door Gerrie van Boven die in 1972 in het bestuur was gekozen. Die heeft deze functie uitgevoerd tot hij secretaris werd van de afdeling Zeeland Zaterdagvliegers in 1994. Hij zit nog steeds in het bestuur van de vereniging met de functies van 2e voorzitter en 2e secretaris.
Penningmeesters zijn voor zover te achterhalen viel onder andere Piet Alebregtse, Bert Rottier, Toon Janse, Kees Pleijte, Jan van Burgh, Rinus de Ruyter, Wim Huiszoon en Nel Jasperse. Concourspenningmeesters zijn geweest Gerrie van Boven en Hans Daane.
Uit de jaren 50 en 60 valt niet veel spectaculairs te melden. Ten eerste is er bijna niemand die uit deze periode nog wat kan vertellen en uit de notulen valt ook niet veel te halen. Als bijzonderheid kan vermeld worden dat ze voor onze begrippen super zuinig waren. De gummiringen werden meerdere vluchten gebruikt. Iemand stelde zich beschikbaar om de gummiringen weer op de souches te schuiven. De contributie werd per week betaald en opgehaald aan huis. De vracht werd zo nu en dan met 1 cent verhoogd. Als ze twee jaar spaarden kon er weer een nieuwe verzendmand aangekocht worden.
In de wintermaanden werd een tentoonstelling georganiseerd, soms bij toerbeurt met de andere Walcherse verenigingen om van de opbrengst weer een verzendmand te kunnen bekostigen. Eind jaren 60 werd de tentoonstelling in het Zwaantje in Souburg gehouden, later in de kantine van sporthal Baskensburg bij Nol Wauters. We organiseerden deze tentoonstellingen jaren samen met onze sportvrienden van de Telegraaf. De opbrengst bedroeg soms meer dan drie duizend gulden, welke dan uiteraard gedeeld moest worden.
De uitslagen werden met de hand berekend. Rekenaars zijn geweest Coen Hendriks en Willem van Everdingen.
In 1963 werd verhuisd naar het inkorflokaal aan de Vrouwestraat bij Jan van Gemert. Dit lokaal voldeed uitstekend totdat de gemeente de Walstraat, waar de duivenmanden in de vrachtauto geladen moesten worden, afsloot voor het verkeer en er een promenade van maakte.
Er braken roerige tijden aan, want waar moesten we heen. Geld hadden we amper, nog geen 1.000 gulden zat er in de kas. Na overleg met de gemeente en de Vereniging Culturele Belangen Lammerenburg, kregen we een plekje toegewezen aan de Zuidbeekseweg bij de speeltuin.
We hadden wel een plekje maar nog geen onderkomen. Er werd een bouwcommissie benoemd en een bouwkeet gekocht in Tessenderloo in België. In het najaar van 1974 vertrok een ploeg mensen naar België om de keet inwendig te demonteren en de volgende dag ging een andere ploeg (ongeveer 12 personen) de keet slopen en in een trailer laden. Rond het middaguur lag alles op de trailer en we zouden dit 's avonds nog even lossen, maar de trailer mocht de grens niet over. De maandag daarop werd het spul gelost en kon de opbouw beginnen. Het seizoen 1975 werd er ingekorfd in het nieuwe clubgebouw terwijl dit slechts wind en waterdicht was. Na het seizoen is het gebouw verder afgewerkt en ingericht. Het geheel kostte nog geen 10.000,-- gulden. Het geld konden we goedkoop lenen en nog geen 4 jaar later was de schuld afgelost, zonder een cent subsidie van wie dan ook. We waren de eerste vereniging op Walcheren die een eigen clubclubgebouw had. Inmiddels hebben alle verenigingen op Walcheren een eigen clubgebouw, Een goed voorbeeld deed blijkbaar goed volgen. Toentertijd groeide het aantal leden sterk. Er werden kaartavonden verzorgd. Vanaf 1976 wordt jaarlijks een hokkenshow in het clubclubgebouw georganiseerd. Daartoe werden in 1987 een aantal (200) tentoonstellingskooien aangeschaft.
Er kwam een feestavond met een gezamenlijk etentje in het clubgebouw waarop dan ook de kampioenen werden gehuldigd. De leden vergaderingen werden vroeger op vele verschillende locaties in de stad Vlissingen gehouden totdat we ons eigen clubgebouw hadden. Je zou kunnen stellen dat we van een zwervende club nu onze vaste stek gevonden hadden en we ons geheel zelfstandig konden manifesteren.
Ook werd er een soort clubblad uitgegeven wat 2 of 3 maal per jaar verscheen. In 1974 werden nieuwe statuten opgesteld en alle reglementen werden opnieuw vastgesteld. De vereniging bloeide als nooit tevoren.
In 1981 kocht de afdeling 2 compleet voor de duivensport ingerichte trailers en boxen. Per lid moest 300 gulden betaald worden in de vorm van obligaties. Bijna alle leden betaalden hieraan mee, de rest werd uit de kas bijgelegd.
In 1987 deed een nieuw fenomeen zijn intrede in de duivensport bij de Scheldevliegers. Er werd een computer en een kopieerapparaat aangeschaft met een programma om de uitslagen te berekenen. Enkele leden bekwaamden zich in de bediening van het apparaat. Een uur nadat de klokken gelicht waren ging iedereen met een uitslag op zak naar huis. Ook hier was onze vereniging een van de eersten in Zeeland die de uitslagen op een computer berekende.
Begonnen we in 1950 met (volgens zeggen) ongeveer 15 leden, in 1965 waren dit er ongeveer 40 en in 1975 had onze vereniging bijna 55 leden en werd er gesproken over een ledenstop. De nieuwe behuizing dreigde te klein te raken. Gelukkig is die ledenstop er nooit gekomen. Vanaf begin jaren negentig loopt het ledental geleidelijk terug. Hadden we in 1992 nog ± 45 leden, momenteel telt onze vereniging 21 leden. De laatste jaren loopt dit aantal sterk terug.
Het meeste aantal jaren lid is Adrie Schroevers (sinds 1963) gevolgd door Bertus Onderdijk en Wim Daane (1964) Leo Daane en Gerrie van Boven (1966). De anderen zijn na 1970 lid geworden. Voor zover is na te gaan heeft onze vereniging in die 50 jaar ruim 225 leden gehad. Het verloop is dus vrij groot geweest. Er is een harde kern die voor het leven besmet is met de duivenbacil. Anderen houden het na verloop van een aantal jaren toch weer voor gezien. De onderlinge sfeer in de vereniging is de laatste jaren optimaal. Dit is, zo blijkt uit de notulen wel eens anders geweest. Op een vergadering in 1975 trad het hele bestuur af, maar gelukkig kon er gelijk een nieuw bestuur gekozen worden en keerde de rust weer.
Enkele leden en oud leden van de Scheldevliegers hebben op duivensport gebied tot de top van de Zeeuwse duivensport behoord. Ik wil hierbij enkele namen noemen, waarbij de kans groot is dat ik er toch een paar vergeet. Enkele toppers uit onze vereniging waren Adrie Lievense die ruim 40 jaar bij de Zeeuwse top liefhebbers behoorde en helaas wegens ziekte met de sport moest ophouden. Een andere topper was de combinatie Willy Daane en zoon Leo. Zij werden begin jaren tachtig generaal kampioen van Zeeland. Goede spelers waren verder Piet Alebregtse, Cor Sponselee, Cees Berting op de fondvluchten, Jan Sturm, en de laatste jaren Piet Geijs, Hans en Leo Daane, Freek Albers, en het eerste vrouwelijke duivenmelkster in onze vereniging Marina Weering wist ook haar partijtje mee te blazen. De laatste super is Ko Marteijn.
Vele jaren heeft onze vereniging als nationaal inkorfcentrum gefungeerd. Ook hier waren we de eerste vereniging van de zaterdagvliegers die deze taak op zich nam. Het nationale spel nam een geweldige vlucht in die jaren. Op den duur konden we dit werk niet meer aan en nam Westkapelle en later Arnemuiden die taak over. De laatste jaren heeft onze vereniging wederom deze taak op zich genomen. De leden van 5 verenigingen komen dan hier hun duiven inkorven.
1999 is voor de Scheldevliegers een van de slechtste jaren uit de 50 jarige geschiedenis geworden. De VCB wil ons hier al jaren weg hebben en dachten dat ze met het afsluiten van de elektriciteit op 30 juni dit doel konden bereiken. We zijn geweldig opgevangen door onze vrienden van de Luchtbode in Souburg zodat we onze taken, zij het met wat improvisatie, alsnog konden uitvoeren. Al met al heeft deze hele situatie onze vereniging veel geld gekost waartegenover geen inkomsten stonden. Overleg met en door de gemeente heeft erin geresulteerd dat we eind oktober weer gebruik van ons clubgebouw konden maken.
Dit heeft wel tot gevolg gehad dat onze winteractiviteiten moesten opschuiven en de viering van dit jubileum op korte tijd georganiseerd moest worden. We hadden een grotere jubileum viering in gedachten maar de tijd hiervoor bleek te kort om dit te organiseren.
Vandaag kunnen we dan toch ons 50 jarig bestaan nog in ons clubgebouw vieren, maar we hebben hier wel onze langste tijd gehad. Nico van Munster heeft het uiteindelijk toch voor elkaar gekregen dat de gemeente erin heeft toegestemd dat we aan het eind van komend seizoen hier moeten verdwijnen en we weten nog steeds niet waarheen. We zijn al een jaar met de gemeente in overleg maar blijkbaar zitten die zwaar met de postduivensport in hun maag. De aangeboden locaties zijn tot op heden niet geschikt gebleken.
We gaan verder met het overleg en hopelijk resulteert dit toch in een geschikte locatie, zodat wij de duivensport tot in lengte van jaren op een plezierige wijze kunnen voortzetten.
De Scheldevliegers is dan wel een klein clubje geworden, we zullen onze sport niet af laten pakken omdat we geen huisvesting hebben. Een kat in het nauw kan rare sprongen maken, misschien is De Scheldevliegers wel zo'n kat.
Ik wens u allen nog een prettige middag en dank u voor uw aandacht.
Gerrie van Boven.