De Telegraaf

Persoonlijke herinneringen.

Ik, Adrie Houmes, ben lid geworden van P.V. de Telegraaf in 1978, een jaar nadat ik bij mijn huwelijk in 1977 in Middelburg ben komen wonen. De voorzitter destijds was Jan Huijssoon, woonachtig aan de Jacob Catsstraat. Hij was toen tevens voorzitter  van de afdeling Zeeland Zaterdagvliegers. Ik ging toen bij hem om wat ringen vragen maar hij wilde die alleen geven als ik meteen lid werd. Aldus geschiedde en vanaf toen kon ik lopend naar het lokaaltje aan de Dampoortweg, nog geen kilometer van mijn huis aan de Veerseweg.

Ik heb hem niet lang als voorzitter meegemaakt want hij is toen kort daarna plotseling overleden. Dit trieste gebeuren vond plaats terwijl hij aan de telefoon was met een collega van mijn werk destijds. Hij is toen opgevolgd in de club door Cor Kruysse. Later nog Albert Abee, Dispa, Bram de Buck enz. De secretaris was toen Wim Walraven, woonachtig aan de Noordweg. Daarover straks nog wat meer.

De Telegraaf is opgericht op 15 oktober 1925 te Veere. Oprichters en voorzitters van het eerste uur waren Jan Sturm sr en Simon Kodde. Zie foto’s hieronder.. Foto’s allemaal geplukt uit de jubileumkrant, uitgegeven t.g.v. het 75-jarig bestaan van de Telegraaf in 2000.

Jan Sturm sr was de vader van Jan en Ko Sturm die nog enige tijd onder de naam gebr. Sturm lid zijn geweest en later zelfstandig vlogen. De “Sturmen” waren enorme smaakmakers wat humor betreft in de club, samen met Jaap Jonckheer (jarenlang penningmeester) en Kees Brand.  Daarover straks ook nog iets meer.

Op onderstaande foto zien we van links naar rechts achtereenvolgens Jan Sturm, Jaap Jonckheer, Ko Coppoolse, Chris de Graaf, Adrie Houmes (met telefoon), Jan Roest, Tom Beekman, Berend Haan. Vooraan rechts Willy Huige. Foto genomen kort na het klokkenlichten na een vlucht.

 

 

Wim Walraven was een boegbeeld in de Telegraaf.  Hij was bovengemiddeld pienter en was 40 jaar lang secretaris van de club. Van zijn slimheid mochten zowel afdelingsbestuur als NPO-bestuur de vruchten plukken. Zo af en toe werden er hier of daar in de provincie of ook landelijk weleens fraudeurs gepakt.  Niet zelden was zo’n bestuur daar ter plaatse vooraf door Wim Walraven op geattendeerd en in het bijzonder waar ze dan op moesten letten. Wim was een iemand die als het ware “aanvoelde” wanneer er iets niet pluis was.  Als een fraudeur dan eenmaal was gepakt, dan zei Wim daar weleens iets over. Nooit eerder! Geen slapende honden wakker maken of iemand op een idee brengen.  Als je in de club achter de manden liep om water te vullen, hield hij je in de gaten. Onopvallend, maar hij deed het wel. “Ik kan mezelf niet eens vertrouwen, laat staan een ander” was dan z’n verhaal. Of.., “als je denkt het te weten hoe het moet (spelen met duiven) dan heb je net je eerste lesje gehad”, was ook een van z’n gevleugelde uitspraken.

Wim… Na 40 jaar droeg hij het secretariaat over aan Adrie Houmes (ondergetekende). Ik haalde toen bij hem de spullen op zoals notulenboeken etc. Thuis ging ik de boel eens op het gemak doorlezen. De notulen werden toen tijdens de vergaderingen nog voorgelezen door de secretaris. Toen ik de eerste keer mijn “eigen” notulen voor moest lezen, begon ik met precies dezelfde tekst in mijn inleiding waarmee Wim veertig jaar eerder was begonnen. Direct maakte hij een opmerking, “dat zijn mijn woorden” of iets in die trant. Feit was dat hij het direct hoorde, zo scherp was hij dus nog! Schitterend!

Hij was ook jarenlang daarna nog rekenaar.  Toen het computertijdperk z’n intrede deed, volgde hij een cursus om een programma zelf te kunnen schrijven en deed dat vervolgens ook.  Voor huidige begrippen wel primitief maar voor toen super! Kwam er echter een wijziging op de uitslag, dan werd er door hem een strookje in de bus bij mij gegooid (ik kopieerde toen wekelijks de uitslagen) en werd het knippen en plakken geblazen. Soms vele keren achter elkaar, een waar puzzelwerk. Nog later had hij een klein zakcomputertje waarop hij al in het lokaal direct na de vlucht de snelste uit toverde. Dat was helemaal subliem in die tijd! En dat voor een “ouderwetse” metselaar!  Hij was zijn tijd eigenlijk ver vooruit maar liep daarmee beslist niet te koop. Een gouden verenigingsman!!

Anekdotes.

Jaap Jonckheer. Jaap was ook een smaakmaker, wel een driftig baasje maar zorgde wel voor de nodige humor. Stemde bij voorgestelde uitgaven altijd eerst tegen, waakte als een terriër over z’n kas. Later gaf hij dan toe maar niet te snel. Eerst proberen te houden wat je hebt was zijn devies. Maar zoals gezegd; erg fel. Willem Hamersma zei een keer tegen hem: “Jij bent toch een soort van vertegenwoordigertje Jaap”? Dat schoot meteen verkeerd bij Jonckheer, die zichzelf best belangrijk vond en hij haalde direct uit. Gelijk rollebollend de deur uit tot aan de rand van de watergang! Later verontschuldigde hij zich dan weer met een droog: “La ma zitte, oorzaak drank”!

Ko Sturm.  We kregen op  een keer op een inkorfavond een gigantische onweersbui te verwerken na een tropische dag en omdat het lokaal uit twee delen bestond met een tussengoot, hadden we enorme lekkage omdat de goot de stortbui niet aankon. Er werden emmers gezet waar het lekte, om de halve meter stond een emmer. Ko Sturm stroopte zijn broekspijpen op en stapte van de ene emmer zo in de andere, het hele rijtje af. “Da’s toch lekker ey, mee die hitte” en plonsde vervolgens weer verder van emmer in emmer. In z’n hand een glas bier waar zijn kunstgebit in rond dreef, op z’n hoofd een rasta (Gullit) pruik. Komische taferelen!

Kees Brand. Ook een enorme droogkloot waar je mee kon lachen. Keek altijd serieus maar stak overal de draak mee.  Zo ook met die man met die stok, ben even zijn naam vergeten.  Kees zat aan de bar en die man stond achter hem. “Ik heb het nooit zo op iemand met een stok vlak achter me” zei hij droogjes en keek een beetje benauwd achterom.  Even later herhaalde hij dat nog een keer. Maar de man met een handicap kon er de lol niet van inzien en dreigde hem een oplawaai met die stok te geven. “Zie je wel” zei Kees, “ik zei het toch al, gevaerlijke lui, mee een stok” en moest vervolgens alle moeite doen om de boel te sussen.

Albert Abee. Won een keer met een bondsconcours een auto, een Skoda, de goedkoopste uitgave die er was uiteraard. Zelf reed hij rond in een Mercedes van 80.000 gulden destijds. Wilde hem eigenlijk niet eens uitgereikt krijgen en sloot een deal met de dealer.  De auto is nooit de showroom uit geweest, Abee kreeg iets van vijfduizend gulden uitgekeerd. De Skoda kostte er toen zesduizend.

De Telegraaf….. Was jarenlang een bloeiende club. In de beginjaren van mijn lidmaatschap hadden we minstens 10 tot 15 jeugdleden. Ik herinner me o.a. nog: Ruud en André Wagenaar, Arie Coppoolse, Boudewijn Koole, Albert Slinger, Calimero (André Davidse) en iets later nog Danny de Voogd, Jeroen Lampert, Erwin Houmes, Tom Beekman, Joshua Hoek enz. enz. 

Adrie Houmes